Wij spreken van ‘balans’ in de paardenmond wanneer de onderkaak ten opzichte van de bovenkaak maximaal kan bewegen en het bit geen belemmering vormt in het werk.
Een gebit dat in balans is, maakt onderdeel uit van het ‘geheel’ en draagt zijn steentje bij aan het welzijn en welbevinden van het paard.
Problemen tijdens het rijden
Kantelen en/of schudden met het hoofd is vaak een teken van verzet, niet zelden veroorzaakt door ongemak en/of pijn in de mond.
Het paard probeert de pijn en het ongemak in de mond te ontwijken en met als gevolg een ongelijke belasting van nek, hals, rug en zelfs benen. Op den duur kunnen hierdoor zelfs ‘onverklaarbare’ blessures ontstaan.
Teugelkreupel
Teugelkreupelheid is een duidelijk teken dat het paard problemen ervaart door ‘iets’ in zijn mond. Dit kan in sommige gevallen een beknelde tong zijn maar ook gebitsafwijkingen kunnen nog weleens ten grondslag liggen aan het niet optimaal kunnen ontspannen van het paardenlijf. Deze paarden krijgen vaak ten onrechte de stempel opgedrukt dat zij ‘traag op gang komen’ of eerst even moeten ‘warmdraaien. Maar in feite is dit opstartprobleem niets anders dan een logische reactie van het paardenlijf op langdurig aanhoudende pijn en ongemak.
Tongproblemen
Teugelkreupelheid (dus het aanvankelijk kreupel lopen zodra de teugels worden aangenomen) wordt niet zelden veroorzaakt door een slecht passend bit wanneer dit bit de tong afknelt of op een andere manier pijn of ongemak aan de tong teweegbrengt.
De paardentong staat bovendien, via een ingenieuze constructie van tongbeentjes (engels: stylo hyoïd, hyoïd apparatus) rechtstreeks in verbinding met de hals- en borstspier. De tongbeentjes zijn op hun beurt door kleine spieren verbonden met het kaakgewricht, wat het ‘centrum’ vormt van diverse zenuwen die zorgen voor de balans en juiste coördinatie tijdens het uitvoeren van bewegingen.
Dit wetende lijkt het ineens heel logisch dat tongproblemen tijdens het rijden direct invloed hebben op het ontspannen van de bovenlijn, het correct en onbelemmerd kunnen bewegen van het paardenlichaam en daarmee het vermogen om zich ‘bol’ te maken (het lekkere gevoel dat we allemaal wel willen tijdens het rijden).
NB:
‘De bouw van het paard (een paard is zelden symmetrisch, net als de mens), de hand van de ruiter, het harnachement en het verleden van een paard zijn factoren die meetellen in dit verhaal.
Een goede paardentandarts/paardengebitsverzorger draagt er zorg voor dat de paardenmond niet de beperkende factor in uw training is.’